De groep is buiten de grot aangekomen, en besluit de weg terug naar de markt te zoeken. Met het goede richtingsgevoel van Muis lukt dat gelukkig al snel. De reis verloopt zonder al te veel bijzonderheden, behalve dat de groep tijdens één van de nachten wordt overvallen door de hyena’s die ze op de heenweg ook al tegen was gekomen. Dit keer hebben de hyena’s hun baas meegenomen, maar ook deze hyena blijkt geen al te grote uitdaging. Chrissy weet de leider met een paar welgemikte klappen uit te schakelen, terwijl Eve, Muis en Rawiah de andere hyena’s bezig proberen te houden. Na de dood van hun leider vlucht de nog levende hyena weg, maar ook die ontkomt uiteindelijk niet aan de dood. De rest van de reis terug naar de markt verloopt zonder al te veel problemen.
Op de markt aangekomen gaat de groep direct naar Felicia Reddington van the Wild Red. Ze is behoorlijk onder de indruk van de grote paddenstoel die Muis uit de mand tevoorschijn tovert. Felicia had om drie kilo gevraagd, terwijl de groep terug is gekomen met zo’n 40 kilo. Felicia biedt de groep 500 goudstukken aan, een diamant ter waarde van 100 goudstukken en een flesje ‘Ruinous Red’ (een parfum dat zo geconcentreerd is dat het als een soort stinkbom te gebruiken is; één druppel parfum is al genoeg om een week lang lekker te ruiken). De groep heeft de kosten van de Greater Restorations zo ruimschoots terugverdiend, en besluit een bezoekje te brengen aan tapijtenwinkel Lil’ Spinner – Carpets and Textiles. De uitbater blijkt niemand minder dan Sylvester Tafarn te zijn, de tiefling die ook het naastgelegen hotel uitbaat. De groep geeft aan op zoek te zijn naar een vliegend tapijt. Als Sylvester de prijzen van zijn tapijten vertelt, beseft de groep dat ze behoorlijk boven budget aan het shoppen is. Muis vraagt daarom of Sylvester misschien een ‘tapijt met karakter’ heeft, dat de groep een tweede leven kan schenken. Daarop laat Sylvester de groep een tapijt zien dat ook naar de naam Sylvester luistert. Nadat Sylvester (de uitbater) met Felicia Reddington heeft gesproken en heeft gehoord hoe de groep haar een dienst heeft bewezen, biedt hij het tapijt aan voor 500 goudstukken. De groep besluit de deal aan te nemen.
Felicia heeft Eve, die duidelijk het water mist, het advies gegeven om naar Neresheh te reizen, een stad die bekend staat om zijn oase en sporadische regenval. Dit lijkt een goede reis om kennis te maken met het tapijt, dus de groep vertrekt vol goede moed. Op een gegeven moment wordt de groep echter overvallen door een zandstorm. Ze schuilt achter een rotsformatie en weet Sylvester goed te beschermen. Na de storm blijkt het landschap echter flink veranderd te zijn: uit het zand zijn een paar ruïnes tevoorschijn gekomen. Er liggen twee lijken in donkere kleding, die aan botte zwaardwonden lijken te zijn gestorven. In één van de ruïnes vindt Eve nog drie skeletten. Eén van de skeletten heeft een boek in zijn hand, met processen-verbaal en logboeken uit de verre geschiedenis. Uit de teksten lijkt op te maken dat de ruïnes onderdeel waren van een outpost van een nabijgelegen stad, en dat er in die stad een vreemde ziekte is uitgebroken. Uiteindelijk viel ook de outpost ten prooi aan de ziekte. Om te zorgen dat de ziekte zich niet buiten het rijk kon verspreiden, heeft de laatste wachter een kristal geactiveerd.
In het boek vallen 5 pagina’s te lezen:
1. Proces-verbaal:
Dag tweehonderddertig in het 43e jaar van Ahk-Bahir. Uit naam van de Emir hebben we drie wagens met graan geconfiskeerd.
De daders, drie mannen uit Thal’Harawat, probeerden de lading in tijden van schaarste het land uit te smokkelen.
De karren zullen spoedig terug naar de stad worden gebracht.
Volgens de gebruiken zijn de daders zonder eten en water de woestijn in gestuurd. Moge het zand ze genadig zijn.
Leve de Emir. Leve Ahk-Bahir.
2. Proces-verbaal:
Dag tweehonderdachtendertig in het 43e jaar van Ahk-Bahir. Uit naam van de Emir hebben we vandaag een groep reizigers uit de stad aangehouden.
Zij verlieten met haast de stad en spraken in vreemde tongen over een nieuwe kelder die zou zijn geopend. Een stel gekken als je het mij vraagt.
Onze wijsheren graven al lang naar de koningen van vroeger en hebben al tientallen jaren geen nieuwe kelders meer gevonden.
We hebben ze uiteindelijk voorzien van proviand en hun weg laten vervolgen. Ook gekken verdienen een veilige reis.
Leve de Emir. Leve Ahk-Bahir.
3. Logboek:
Dag tweehonderdeenenvijftig in het 43e jaar van Ahk-Bahir. Vandaag alweer een vreemd rustige dag. We treffen alleen reizigers die de stad in reizen, maar niemand
die de stad heeft verlaten. Hebben we een bericht gemist? Als het morgen weer zo rustig is, stuur ik Salman terug naar de stad.
Misschien dat onze vogel is verdwaald of gegrepen door een beest groter dan hij..
Leve de Emir. Leve Ahk-Bahir.
4. Logboek:
Dag tweehonderdtweeenvijftig in het 43e jaar van Ahk-Bahir. De vogel is toch teruggekeerd met alarmerend nieuws. Tot nader order is de grens dicht voor
in- en uitreizigers. Geen toelichting, maar dit zijn directe orders van de Emir.
Salman gedraagt zich warrig. Hij lijkt gegrepen door een vreemde ziekte. We hebben hem moeten overmeesteren toen zijn magie chaotisch werd.
Hij ligt vastgebonden op bed. Nadeem zorgt voor hem.
We hebben de eerste reizigers teruggestuurd en aangeraden op 1 uur reizen een kamp op de slaan voordat ze terugreizen.
Leve de Emir. Leve Ahk-Bahir.
5. Logboek:
Dag tweehonderdzestig in het 43e jaar van Ahk-Bahir. Als je dit leest is het hopelijk allemaal voorbij of ben je een dwaas.
Na Salman en Nadeem is ook Zayan gek geworden. Mijn broeders en beste vrienden zijn gestorven aan de snede van mijn khopesh.
Ik ben bang dat ik snel volg. We hebben geen uitzicht op redding. We hebben geen uitzicht op hulp vanuit de stad.
Nog altijd hebben we niet gehoord waarom we de poort hebben moeten sluiten. Ik wil heel graag terug naar huis, maar mijn plicht houdt me hier.
Mijn eer is verbonden aan mijn eed. Een directe order van de Emir negeren betekent eeuwige verdoemenis voor mij én voor mijn familie.
Om te voorkomen dat de ziekte zich verspreid heb ik mijn focus laten verdwijnen en heb ik mezelf geketend aan de muur. Daarna heb ik het ik het kristal geactiveerd.
Niemand zal deze vesting meer verlaten. Ook ik niet.
Niemand zal langs deze weg de staat betreden.
Nala, als je dit leest: ik hou van je, enkel mijn liefde voor jou is sterker dan mijn plicht.
Leve de Emir. Leve Ahk-Bahir. Vaarwel.
Rawiah heeft nog maar net gelezen wat er op de eerste pagina’s van het boek staat, als er uit de grond een wachter van zand oprijst. De wachter valt de groep aan, en blijkt een geduchte tegenstander. Na een vrij lastig gevecht is de groep opgelucht als ze de wachter weet te verslaan, maar de opluchting is maar van korte duur: direct erna rijst dezelfde wachter opnieuw uit de grond op, op precies dezelfde plek als de eerste keer. Rawiah roept naar de groep dat ze naar een kristal moeten zoeken, en realiseert zich al snel dat het kristal met het blote oog niet waarneembaar is. Eve kent gelukkig een spreuk waarmee ze onzichtbare dingen kan zien, en ziet op de plek waar de wachter steeds uit de grond tevoorschijn kwam een kristal staan. Met haar spiritual weapon leidt ze de groep in de richting van het kristal, waarna de groep het kristal met een paar rake klappen en welgemikte spreuken uit weet te schakelen.