De groep gaat met Khajid terug naar zijn wagen, en neemt de urnen van Bernard mee. Meer dan wat Khajid vertelde is er niet over de urnen te leren. Rawiah wil graag weten of de urnen net zo oud zijn als wanneer Akh’Vapet verdween, maar meer dan dat ze ‘oud’ zijn kan ze niet achterhalen. Intussen geeft Khajid de Slumbering Dragon Vessel aan Chrissy, en vertelt haar dat ‘Charsima’ het magische woord is: de naam van een Sapphire Great Wyrm, één van de vijf draken onder Sardior (god van de gem dragons). Ook geeft hij Rawiah haar Mystery Key.
Muis besluit, nu ze twee keer twintig jaar ouder is gemaakt, toch de hulp van Felicia Reddington in te roepen. Nadat Muis’ veroudering ongedaan is gemaakt, geeft Felicia de groep een kaart van de woestijn mee. De grot waar de paddenstoelen te vinden zijn bevindt zich in een ravijn in de overgang tussen Trahaern’s Forge en de Drolosant Dunes, en wordt “Lil’arid Videnn” (undercommon voor “The dry gate”) genoemd. De grot is zo’n twee tot drie dagen reizen vanaf de markt. Felicia verwacht dat de markt tijdens de reis van de groep zo’n 25 mijl verder zal reizen. Ze vertelt de groep ook dat ze op zoek moet naar Amanita-paddenstoelen, die helderwit van kleur zijn. Je kunt ze wel plukken, maar niet eten.
Nadat de groep proviand heeft gekocht voor de reis naar de grot, brengt ze de nacht door in The Twelve Carpets, een hotel waar de kamers allemaal tenten op vliegende tapijten zijn. Omdat Eve een deel van haar dagelijkse voorraad water bij het hotel achterlaat, krijgt de groep de overnachting gratis van Sylvester Tafarn (de eigenaar; een paarse tiefling met zilveren hoorns). Chrissy lost haar belofte aan Emil in, en is die ochtend bij hem aan het werk om haar strop van vossenhuid te betalen. Als ze haar schuld heeft ingelost vertrekt de groep naar Lil’arid Videnn. De reis begint saai, maar al gauw wordt de groep opgeschrikt door een grote aasgier die in de buurt rondvliegt. Om de confrontatie niet aan te gaan probeert de groep zich te verstoppen tussen de rotsen. Met een beetje magie van Rawiah lukt dit maar netaan; de gier landt vlakbij de groep maar vliegt na een minuut of wat weer door. Ook de nacht verloopt verre van rustig. Eve spot tijdens haar wacht al drie paar ogen; ook tijdens Muis’ wacht blijven de ogen rond het kamp cirkelen. Uiteindelijk komt de groep erachter dat het om een groep hyena’s gaat. Chrissy weet één hyena, die ze het kamp in heeft gelokt, met een welgemikte klap van haar bijl te onthoofden. Ze plaatst het hoofd in het zicht van de andere hyena’s, en verbrandt de rest van het lijk. De overgebleven hyena’s besluiten af te druipen.
Na een flink stuk lopen komt de groep de volgende dag in het ravijn aan. De groep loopt echter gelijk in de val: voor en achter de groep vallen hekken omlaag, terwijl de groep aan de zijkanten omsloten is door rotsen. Op de rotsen staan zes goblins, allemaal gewapend met pijl en boog. Hoewel de goblins een paar rake klappen weten uit te delen aan vooral Eve en Rawiah, weten vooral Muis en Chrissy ze snel uit te schakelen. De enige overgebleven goblin kiest eieren voor zijn geld en rent snel weg. Muis vindt het touw om de hekken weer omhoog te krijgen, terwijl Rawiah wat wapens (4 shortbows met in totaal 22 pijlen, 4 dolken en 1 shortsword) en wat zakjes proviand (met jerkey en kleine paddenstoelen!) weet buit te maken.