De groep bevindt zich in het centrum van Regana. Na de shopping spree gaan ze meteen met hun nieuwe items aan de slag. William attunet aan de Staff of the Shielding Embrace, en Aderyn aan de Ring of the Sage (ze kiest Sylvan als taal). De groep hevelt de gezamenlijke items ook over in de nieuwe Caragilo Bag of Holding. Aan het eind van de volgende long rest maakt Aderyn daarom twee nieuwe infusions: een Enhanced Weapon voor zichzelf, en een Repeating Shot voor Qirin.
Pedro heeft nog wat klusjes te doen. Hij stelt voor om de groep ’s avonds bij The Brawl te ontmoeten, een vechtkroeg in één van de buitenwijken. De rest van de groep gaat ondertussen iets eten bij The Balding Sovereign, en handelt de laatste financiële zaken af met Menny Willshall.
Pedro gaat langs bij The Arches. Hij zoekt informatie over pratende en/of magische wapens (“asking for a friend!”), en krijgt daarbij hulp van curator Copperear (head of Magic and Divinity). Hij vertelt Pedro dat pratende wapens erg zeldzaam zijn, waarop Pedro de graveringen op zijn bijl omschrijft. Copperear weet hem te vertellen over wapens die de gebruiker toespreken, maar dat zijn duizend jaar oude legendes en in de meeste gevallen gaat het om zwaarden, niet om bijlen. Hij vertelt bijvoorbeeld over de Moonblade (van de koning van de elven in het verre noorden van Agan), en over Blackrazor (verloren door de Great Lord Okag, een stone giant uit het oosten van het continent). Verder vraagt hij of Pedro bekend is met de recente oorlog tussen goden en draken. Er gaan verhalen over Capstones of Divinity. Dat zijn wapens die voor en door de goden zelf gemaakt zijn, en gesmeed zijn in de vuren van TRAHAERN. Deze wapens zijn goden op zichzelf, maar zijn ook erg mythisch. Hierna vertelt Pedro over zijn droom, waarin hij op een soort poolvlakte stond en waaruit hij wakker werd zonder zijn vlekken en met de grond rondom hem bevroren. Hij vraagt of daar iets over bekend is in religie. De taal in zijn droom was geen Common. Het was geen taal die Pedro spreekt, maar toch begreep hij wat er gezegd werd. Hierop zegt Copperear iets in een vreemde taal. Het klinkt voor Pedro op zich bekend, maar hij weet niet zeker of het dezelfde taal is als in zijn droom. Copperear vertelt dat het bekend is dat sommige dromen fysieke effecten kunnen hebben, maar hij kan niks specifieks noemen. Pedro kan natuurlijk altijd terugkomen als hij meer informatie heeft.
De groep ontmoet elkaar bij The Brawl. Hier kun je geld verdienen met vechten (maar wedden en gokken zijn er verboden). Vechten kan met je vuisten, of met botte wapens. Iedereen legt goud in een kist en de last man standing krijgt de inleg. De clientèle van The Brawl is ruig. Er zijn ook Abaddon te vinden, maar geen stadswachten. Randal besluit om aan een gevecht mee te doen. Hij legt 10GP + 1GP van William in. Een forse dwerg, die al eerder een ronde heeft gevochten, wordt zijn tegenstander. Het bedrag wordt verhoogd naar 15GP per persoon. Het gevecht is zwaar, maar uiteindelijk weet Randal te winnen!
Achter de bar staat een forse half-orc met tattoos: Lubash. Hij blijkt Pedro te kennen, en neemt hem even apart. Hij geeft hem een papiertje met wat informatie over wanneer de Abaddon (en dus Luís, vermoedelijk Pedro’s broer) weer in de stad zijn (over 3-4 weken). De groep drinkt en praat nog even na. Aderyn geeft aan dat ze de groep inmiddels heel erg vertrouwt, ook al kennen ze elkaar nog maar kort. Ze gaat proberen om meer op haar intuïtie en die van de groep te vertrouwen, en niet alles maar te over-analyseren.
Nadat de groep de nacht in The Balding Sovereign heeft doorgebracht vertrekt ze, inclusief Sugar Merry en wagen, naar The Arches, waar ze Oly’ra en Lin’ogur treffen. Oly’ra reist via de standaard teleportatiecirkel naar de bibliotheek in Silfa Esari. Ondertussen tekent Lin’ogur een eenmalige teleportatiecirkel voor de groep, die zo groot is dat paard en wagen meegenomen kunnen worden. In Silfa Esari weten ze dat we met paard en wagen eraan komen. Als we door de cirkel heen zijn worden we in de leeszaal van de bibliotheek opgewacht door Oly’ra en de Grand Curator Elurin Faera. Hij is een Eladrin-achtige figuur, maar heeft meer elf-kenmerken en minder Eladrin-kenmerken dan Oly’ra. Hij is dus geen volledige Eladrin, maar we weten ook niet wat hij dan wel is. De bibliotheek in Silfa Esari heet “The Anchorage”. Het is een stenen gebouw, maar de plantengroei is zo gemanipuleerd dat het de steenbouw versterkt. Van buiten lijkt het gebouw een beetje op de Sagrada Familia, maar dan verweven met planten.
Vóór we de bibliotheek verlaten spreekt Elurin Faera de groep nog even toe. Hij geeft aan dat de lokale gemeenschap besloten en beschermend is. Hij kan ons buiten de muren van de bibliotheek niet beschermen. De groep is hier op een eigen missie, en niet op een missie van de Lotus Assembly. The Anchorage heeft daarnaast een goede naam, en hij vraagt de groep om die naam hoog te houden. Tot slot fluistert hij Oly’ra het volgende nog toe: “Alles wat ik tegen hen heb gezegd geldt ook voor jou. Ik denk niet dat je vader je zal beschermen.” Hij zegt dit in het Sylvan. Alleen Aderyn hoort en verstaat dit.
Oly’ra vertelt buiten dat zijn vader de Haladrim Tavar (“warden of the forest”) is. Hij heeft zijn vader al zo’n 15 jaar niet meer gezien. Hij licht toe dat Silfa Esari een soort vestingstad is, en dat de bewoners door de poort vanuit het Feywild naar het Material Plane zijn gekomen. Er zijn twee Haladrim: de Haladrim Tavar (warden of the forest) en de Haladrim Amar (warden of the settlement). De Haladrim Amar is de hoogste in rang, met direct daaronder de Haladrim Tavar. De stad zelf ligt aan een groot meer waar een rivier in uitmondt. Het bos rondom de stad is kleurrijk, en het lijkt of de bomen in kleuren gegroepeerd bij elkaar staan. Op de grond groeit veel mos. Het valt de groep op dat er aan deze kant van de stad veel honden zijn. Aderyn ziet dat het geen normale honden zijn, maar Blink Dogs (wezens uit de Feywild). Oly’ra licht toe dat de honden nodig zijn om Displacer Beasts uit de stad te houden. Verder valt het de groep op dat de (nogal kleurrijke) bevolking wat argwanend naar de groep kijkt. Omdat ze door Oly’ra worden begeleid gebeurt er verder echter niets, maar een heel warm welkom voelt het niet.
De groep arriveert bij Archám Lasbelin (“The Autumn Throne”). Het is een imposant gebouw met hoge deuren, en als we binnenkomen blijkt dat dit het gebouw is waar de Haladrim zetelen. We lopen door naar de grote zaal, waarin zich drie zetels bevinden. De centrale zetel staat op een verhoging en lijkt op de kleine troon uit het paleis van de Tree King. Dit is de zetel van Haladrim Amar: Duil’dra. Duil’dra is een autumn Eladrin. Naast haar troon staat een kleinere troon, direct op de vloer. Dit is de troon van Haladrim Tavar: Oly’ren, een summer Eladrin. Hij draagt een harnas dat haast met hem vergroeid lijkt te zijn. Helemaal rechts staat een kleinere stoel, meer een soort luxe houten stoel, maar duidelijk simpeler in ontwerp. Hierop zit een persoon met bruin haar (naam onbekend).
Aderyn, die door haar ring tijdelijk Sylvan spreekt, legt uit wat er aan de hand is en waar de groep voor is gekomen. Oly’ren geeft aan dat hij niet bereid is om de exacte magie tussen de Feywild en het bos te delen. Hij zegt wel dat ook in Silfa Esari duisternis in het bos wordt gevoeld (hij omschrijft dit als een ‘beklemmend gevoel’; het gaat niet om fysieke duisternis). Hij draagt Oly’ra op om de groep naar het zuidelijke deel van het bos te leiden. De weg naar de Treant Zelara wordt dan vanzelf duidelijk. Aderyn bedankt Oly’ren, en biedt de hulp van de groep aan als Silfa Esari ooit hun diensten kan gebruiken.
De groep reist het bos in. Oly’ra vertelt, terwijl hij behendig de weg in het bos zoekt (hij volgt geen duidelijk aanwijsbaar pad, maar lijkt toch een route te volgen), dat zijn vader een summer Eladrin is en dat deze eigenlijk allemaal een temperament hebben. Oly’ren is generaal geweest in de tijd van de oorlog tussen Silfa Esari en Deyrnas. NB: deze oorlog is vrij lang geleden, dus Oly’ren moet behoorlijk oud zijn intussen. Terwijl de groep in het bos loopt merkt ze dat het bos vrolijk aanvoelt. Dit is het effect van de Feywild. Op een gegeven moment hoort Randal wat gegiechel. Oly’ra raadt ons aan om het spel mee te spelen en over ons heen te laten komen. Aderyn heeft net op tijd door dat de veters van haar schoenen aan elkaar geknoopt zijn, en weet te voorkomen dat ze valt. De giechelaar haalt nog wat meer kleine, onschuldige streken uit, en Pedro besluit mee te doen door Qirin een wet willy te geven (natte vinger in het oor). De giechelaar waardeert dit; de groep vangt nog net een glimp van een Pixie op vóór ze verder het bos in trekt. Daarna hoort de groep echter een minder onschuldig geluid: er gromt iets tussen de bomen… Het blijkt een Displacer Beast te zijn, die de groep aanvalt. De groep blijkt echter sterker te zijn (of meer geluk te hebben) dan de Displacer Beast dacht, en voordat Randal überhaupt zijn wapen kan trekken heeft Oly’ra het beest al naar de grond gewerkt. Hij waarschuwt de groep echter meteen dat Displacer Beasts nooit alleen jagen. Vóór de groep snel door kan lopen, komen er echter nog twee Displacer Beasts vanuit de flanken tussen de bomen vandaan. Oly’ra waarschuwt ons om te rennen. De groep twijfelt even, maar besluit uiteindelijk de vooruitgelopen Oly’ra te volgen. Cadoc offert zich dapper op en overleeft het gevecht niet, maar tijdens hun vlucht weet Pedro één van de twee beesten uit te schakelen. Het derde beest besluit hierop zelf ook te vluchten, waardoor het gevaar geweken is. Hoewel de groep behoorlijk gehavend is komen ze er mentaal toch een heel stuk sterker uit, en merken we allemaal dat we extra krachten hebben gekregen.