De groep ontwaakt als Barnaby en Fitzby aan komen lopen. De portalconstructie is gebroken, en op de plek waar de bel stond is nu een grote krater. De omgeving is een stuk lichter dan eerst, maar de hoeveelheid licht fluctueert nog. De stemmen zijn eindelijk uit Coco’s hoofd verdwenen.
Coco vindt nog één grote, gitzwarte veer van de gedaante in zwarte mantel. Randal en Renlan kijken ondertussen in de graven. De kleding van de skeletten kan blauw zijn, maar dat is niet goed meer te zeggen. Er liggen wel andere, mogelijk waardevolle spullen in de graven. Ze vinden twee grote metalen, verweerde munten, een paar grote, armlange, blauw-gouden handschoenen (blessed gauntlets, blijkt later) en een blauw-gouden riem met Keltisch symbool erop (belt of hill giant strength, blijkt later). Ondertussen vertelt William aan de groep dat hij de man met blauwe mantel om hulp had gevraagd. Hij geeft William een soort begeleiding, en was ook bij de Rocs en de verdwijning van Mara. William vertelt de groep dat hij sinds kort vleugels heeft, en mogelijk Aasimar is. Hopelijk kan de man in blauwe mantel hem meer vertellen. Coco bestudeert het embleem dat hij om zijn nek heeft hangen, maar herkent het niet.
Eenmaal terug bij het schip blijkt Kipper in moeilijkheden te verkeren. Er zijn een grote en twee kleine wyverns geland, samen met een grote, blauwgrijze gedaante met staart (‘Orlaa’). Ze gromt naar de wyverns, en Barnaby herkent haar als een stone giant. Hij raadt ons aan om niet met haar te vechten, omdat dat niet te winnen is. Het lijkt onmogelijk om ongezien het schip op te komen, en de groep heeft geen goede manier om de reus af te leiden en haar weg te lokken. William en Qirin, die beiden Giant spreken, besluiten daarom te proberen Orlaa te overtuigen ons weg te laten gaan. Ze vertellen haar dat de groep hier met het schip is geland omdat het schip schade had opgelopen. De groep was op zoek naar materialen om het schip te repareren. Helaas noemen ze ook de begraafplaats, waar de groep net is geweest. Daar is natuurlijk een grote explosie geweest, dus de giant vermoedt direct dat de groep daar iets mee te maken heeft. Het beetje goodwill dat William en Qirin leken te hebben bereikt verdwijnt als sneeuw voor de zon, en Orlaa laat Qirin van vrij hoog naar beneden vallen. Qirin, die sowieso erg gehavend was door de explosie bij het portal, valt bewusteloos neer. William praat nog wat verder op Orlaa in, en die besluit poolshoogte bij de begraafplaats te nemen. Ze springt op de rug van de grootste wyvern en vliegt met een rotgang richting te begraafplaats. Dit geeft de groep een mogelijkheid om snel aan boord te klimmen. Coco weet Qirin weer terug tot leven te slaan, waarna de groep snel de touwladder opklimt die Kipper heeft laten zakken. Randal en Renlan zorgen dat Barnaby met zijn nieuwe, geïmproviseerde rolstoel het schip in komt.
Kipper weet het schip behendig uit de vallei te manoeuvreren. Helaas ziet de groep in de verte al snel drie stippen aankomen: Orlaa op de grote wyvern, en de twee kleine wyverns. De groep begint aan een wilde tocht door de bergen, waarbij iedereen verschillende dingen probeert om van de achtervolgers af te komen. William probeert met magie de motor sneller te laten werken en samen met Barnaby de kanonnen te laden, Randal probeert met een kanon grote rotsblokken op Orlaa te laten vallen, Qirin probeert met haar laatste Walloping arrows Orlaa van de wyvern af te schieten, Coco probeert met haar alchemist’s supplies rookbommen te maken om Orlaa het zicht te ontnemen en Renlan bestuurt vakkundig het schip. Na een moeizame tocht, waarbij het schip opnieuw beschadigd raakt (dit keer door een reusachtig rotsblok) weet Qirin Orlaa met haar laatste Walloping arrow te raken, waardoor zij en haar wyvern uit balans raken. Uiteindelijk geeft Orlaa de achtervolging op, maar het lijkt erop dat Barnaby geen veilige route over de bergen heeft gevonden.
Als de rust de volgende dag is wedergekeerd, besluit de groep om een bericht naar Uma te sturen. Na de ontsnapping uit Fort Gowell hebben ze niks meer van zich kunnen laten horen. Uma antwoordt dat hij veilig is, en dat hij de groep niks kwalijk neemt. Coco besluit William te vragen of hij Monsieur Alfonse misschien kan laten weten dat het goed met haar gaat, en de dag erna krijgen ook Astrid (een kennis van Randal, die een boodschap aan zijn moeder kan sturen) en Miah berichtjes van William.
Aan het eind van de dag komen we aan in Mountain Run. De stad lijkt uit twee delen te bestaan: een oud deel, met stevige maar slecht onderhouden bouwwerken, en een nieuwer deel dat uit alleen tentenkampen blijkt te bestaan. Het lijkt een soort vluchtelingenkamp, van mensen die vanaf the Barren Plains gevlucht zijn tijdens de oorlog tussen de goden en draken. De gemeenschap van Mountain Run bestaat voornamelijk uit humans, tabaxi en bugbear. Randal heeft al snel door dat in Mountain Run het recht van de sterkste geldt, maar merkt ook op dat sommige mensen er tiptop gekleed uitzien (in tegenstelling tot de rest van de mensen; dragen een pak en bolhoedje). Later komen we erachter dat dit ‘the Finest Men’ zijn. Zij zorgen voor veiligheid in de stad, maar dat kost geld. Het is verstandig om nooit je belofte aan hen te breken, zij breken die van hun namelijk ook nooit. Daarnaast lopen er ook nog groepjes mensen die met hun kleur kleding lijken aan te geven dat ze bij elkaar horen.
De groep besluit eerst bij The Weary Traveler iets te gaan eten. De bugbear achter de bar raadt ons ‘barf’ aan, een lokaal gerecht dat er verschrikkelijk uitziet maar een heerlijk smakende stoofpot blijkt te zijn. We komen erachter dat Missy Boots de uitbater van de schroothoop van Mountain Run is, waar we door Barnaby naartoe zijn gestuurd voor onderdelen voor het schip. In de kroeg blijkt een man te zitten, Hans, die ons kan helpen de schroothoop te vinden. Hij is lid van een scrapperbende die schroot verzamelt om aan Missy Boots te verkopen. Hans blijkt als twee druppels water op William te lijken, en spreekt hem ineens (en zeer verbaasd) aan als Karl, en ‘broer’. William is duidelijk in de war, en vertelt dat hij William heet en niet Karl. Hans houdt echter voet bij stuk, en vertelt dat hij een broer Karl heeft die hij al zo’n zeven jaar niet meer heeft gezien. William blijkt wat uit het veld te zijn geslagen. Coco besluit Hans te vragen of hij iets van William/Karl weet waarmee hij hem kan identificeren. Hans vertelt dat Karl een litteken op zijn kuit heeft, waar hij ooit door een grote hagedis is gebeten. William blijkt precies op dezelfde plek een litteken te hebben. Het valt ook op dat Hans en William dezelfde tongval hebben… Hans heeft alleen geen vleugels, en lijkt ook niet echt te geloven dat William die wel heeft. Blijkbaar heeft hij die vroeger nooit gehad.
Het lijkt erop dat Hans de waarheid vertelt. William besluit met hem mee te gaan, en de rest van de groep volgt ook. Hans weet een hoop over Williams/Karls geschiedenis te vertellen. Hij was basisschoolleraar in Mountain Run, maar besloot dwars door de Ycusa Range te trekken om in de oorlog te helpen. Hans blijkt in het oude schoolgebouw te wonen. Hij heeft een bescheiden onderkomen en niet veel spullen, maar we zien wel een schilderij met vier mensen: Hans, William/Karl, en twee oudere mensen. Dit blijken de ouders van Hans en William/Karl te zijn: Stefaan en Agnes.