De groep is bijeen in The Balding Sovereign. Randal, William en Qirin bespreken wat ze met Sugar Merry en de kar willen doen, die nog vanuit Silfa Esari onderweg naar Regana zijn. Ze vertellen Renlan en Coco dat ze Sugar Merry samen met een kleine huifkar nog in Willowgarden hebben gekocht, daarmee naar Silfa Esari zijn geteleporteerd, maar dat Sugar Merry en de kar niet mee terug konden teleporteren. De groep besluit om één van de vier paarden van mr. Sullivan en de kleine huifkar te verkopen.
Coco heeft ’s avonds nog een aantal kleine boodschappen te halen. Ze gaat op zoek naar een aantal lege flesjes om potions in te kunnen bewaren (ze koopt er vier), een set dobbelstenen voor iedereen en een fles sterke drank. Bij een gnome artificer, waar je niet verwacht drank te kunnen kopen, koopt ze een grote jampot vol met een soort wodka-achtige drank, die een soort blauwe gloed afgeeft (Shot of Glory).
Randal wil nog graag langs The Brawl. Daar aangekomen komt hij erachter dat het café tijdelijk gesloten is vanwege de dreigende oorlog. Hij herinnert zich dat de uitbater, Lubash, een ex-Abaddon is, en dat een groot deel van de clientèle uit Abaddon leek te bestaan. Hij merkt ook dat de sfeer in de stad grimmiger is dan de vorige keer, en dat er meer Abaddon rondlopen dan de stadswacht de vorige keer leek te verwachten. Het is duidelijk dat de koningin spierballen laat zien en bezig is met troepenopbouw.
De volgende dag gaat de groep naar The Arches, omdat Sugar Merry hiernaartoe gebracht zou worden. Coco is geen associate en wordt door de wachters tegengehouden, zelfs niet als de groep voor haar instaat. Renlan en Randal wachten buiten met haar. Qirin en William spreken met curator Copperear. Hij vertelt dat Coco zich zal moeten bewijzen om lid te kunnen worden van de Assembly, en geeft aan dat hij paard en wagen door kan laten sturen naar The Balding Sovereign. William vraagt Copperear of hij meer kan vertellen over Heilin, in verband met zijn amulet. Heilin is één van de lesser deities die sinds de oorlog niet meer gezien is. Aeron is inderdaad een engel die met Heilin wordt geassocieerd. Copperear vertelt dat het makkelijker is om contact te leggen met een engel dan met een god, omdat de goden doorgaans zelf bepalen met wie ze contact willen hebben. William bedankt hem voor de informatie, en besteedt de rest van de middag aan zijn studie van arcana, samen met Oly’ra. Coco oefent met haar perceptie, en Renlan met zijn intimidatie. Aan het eind van de dag zijn Sugar Merry en de kar in Regana gearriveerd. De groep verkoopt de kleine kar en het kleinste paard voor zo’n 80 goudstukken, die in de party funds worden gestopt. De volgende dag vertrekt de groep naar Fort Gowell.
De reis verloopt redelijk grillig. De groep heeft een aantal dagen normaal weer, maar op sommige dagen is het weer zo mooi dat de groep sneller reist dan verwacht. Dat wordt dan helaas weer teniet gedaan door dagen met zulk slecht weer dat de groep langzamer reist. Tijdens de reis weet Coco met haar nieuwe alchemist’s supplies één regular en twee lesser potions of healing te maken.
Tijdens de eerste avond probeert Coco de groep wat beter te leren kennen. Ze stelt bij het kampvuur voor om een drankspel te spelen: “What the fuck is daarmee aan de hand?”. Iedereen moet met een dobbelsteen gooien. Degene die het hoogst gooit stelt een persoonlijke vraag aan degene die het laagst gooit. Die moet de vraag eerlijk beantwoorden. Als iedereen tevreden is met het antwoord drinkt iedereen een shotje. Renlan kan helaas niet meedoen; de haas die Qirin nog in Willowgarden had gevangen lijkt niet zo goed te zijn gevallen. Hij houdt zich wat ziekjes afzijdig van de groep.
Qirin vraagt Coco waarom ze altijd met een meetlint rondloopt, en of ze daar duistere bedoelingen mee heeft. Ze gebruikt het lint nogal vaak. Coco vertelt dat dit beroepsdeformatie is. Ze was in Willowgarden immers assistente van de begrafenisondernemer. Het kan altijd handig zijn om iemands maten te kunnen meten, en je kunt er natuurlijk ook mee meten wat de grootste appel uit de mand is.
William vraagt Coco waarom ze altijd zwarte kleren draagt, en of ze misschien in rouw is. Coco vertelt dat dat ook voortkomt uit haar eerdere werk. Als assistente van de begrafenisondernemer is het niet gepast om in een kleurrijke outfit rond te lopen. Daarnaast houden deze kleren haar goed warm, en ze heeft het anders al snel koud. Maar als William een keer met haar wil winkelen is ze best bereid om een kleurrijke outfit te kopen.
Coco vraagt Randal naar de hanger om zijn nek, die iets met zijn afkomst te maken had, en naar het feit dat hij duidelijk geen volbloed-Orc is. Randal vertelt dat hij het symbool gekregen heeft van Kenton, de dorpsoudste uit Barostin (het dorp waar Randal oorspronkelijk vandaan komt). Het symbool is van de stam van Randals vader. Randals verwekking was voor zijn moeder echter een traumatische ervaring, waar ze hem niets over heeft willen vertellen. Randal weet dat het traumatisch voor haar is en laat dat zo. Het enige dat hij weet is dat zijn moeder het hangertje van de nek van zijn vader heeft gerukt. Als half-Orc viel Randal altijd een beetje buiten de boot. Hij is op aanraden van Kenton naar Willowgarden getrokken, om daar een baantje als wachter te zoeken. Hij wil nu verder zoeken naar zijn vader om meer over zijn afkomst te weten te komen. Hij is boos op zijn vader om wat hij zijn moeder heeft aangedaan, maar weet tegelijkertijd ook dat hij zonder zijn vader zelf nooit had bestaan. Hij weet niet veel over zijn vader. Hij weet dat er verschillende soorten Orcs zijn: meer beschaafdere Orcs, en de minder beschaafde Orcs. Coco vraagt of ze Randals hanger mag bekijken. Ze bestudeert het symbool en ziet dat het niet verfijnd genoeg is om van een stam uit Grunwald te zijn. Randal geeft aan dat hij al vermoedde dat zijn vader tot een minder beschaafde stam hoort. Hij vertelt dat hem is aangeraden om in het niemandsland tussen Green’s Crossing en Silfa Esari op zoek te gaan. Daar trekken regelmatig stammen Orcs rond.
William vraagt Qirin waarom ze naar Willowgarden is gekomen. Hij weet dat ze er inmiddels een tijdje rondloopt en dat ze helpt met jagen, maar hij weet ook dat ze oorspronkelijk uit Sylfaen komt. Qirin vertelt dat ze heel bedreven is in de jacht op klein wild. Van haar gildemeester heeft ze als jong meisje veel geleerd over dierentaal. Ze kan heel basaal met dieren communiceren, omdat ze hun gedrag en beweegredenen begrijpt. Dat is ook de reden dat ze een paar dagen geleden het bos in wilde, op zoek naar Aderyn: ze wilde kijken wat de dieren, en vooral de Awakened Elks, haar konden vertellen over de staat van het bos. In het bos rondom Sylfaen wordt de laatste tijd veel gestroopt, en vooral de elanden lopen gevaar. Dat gaat Qirin aan het hart. Ze wist veel over de stropersbende, maar dat betekende dat de bende haar op de hielen zat. Ze is gevlucht naar Willowgarden, omdat ze weet dat er daar af en toe illegaal vlees op de markt opduikt (ook al weten de verkopers dat waarschijnlijk niet). Qirin hoopt de bende ooit op te kunnen pakken. Ze vraagt zich ook af of er misschien een link is tussen de stropers en de portals. Ook vertelt ze dat de stropershoofdman een Orc is, net als de vader van Randal. Als laatst vertelt ze nog dat ze niet aan de dieren in het bos bij Aderyn merkte dat de situatie in het bos bij Sylfaen was verergerd.
Nota Bene: als Qirin vertelt over de portals, reageert Coco verbaast. Hierop vertelt de groep haar over hun avonturen met de Tree King, hun reis naar Silfa Esari en hoe ze van Zelara een stekje van een Treant hebben gekregen en die hebben geplant.
Coco vraagt William waarom hij met zo’n vreemd accent praat. William vertelt dat hij niet veel over zichzelf weet. Hij is zo’n vijf jaar geleden wakker geworden op een slagveld vol kraters, en door Mia in huis genomen. Hij herinnert zich vaag dat hij Mia aangevallen zag worden door een gedaante met donkere vleugels, en dat hij die gedaante heeft aangevallen (of dit een echte herinnering is weet hij niet zeker). Randal weet dat er in de gebieden tussen Regana en Willowgarden hevig is gevochten tijdens de oorlog tussen de goden en draken, dus het is mogelijk dat William in die oorlog heeft meegevochten. Mia heeft hem na de slag in huis genomen, en hem de naam William (‘redder’, ‘helper’) gegeven. William is aan het ontdekken wie hij is. Dr. Quaker heeft hem vertelt dat er meer mensen met vleugels zijn (Randal kent bijvoorbeeld Mara, en Coco kent monsieur Alfonse). Verder vertelt William dat hij er zo’n 1,5 jaar geleden achter kwam dat hij magische gaven heeft, en dat hij een amulet heeft dat hem daarbij lijkt te helpen. Hij heeft meer informatie gezocht over het amulet, en er is een man aan hem verschenen die hem daar hulp bij bood. Qirin en Randal kennen deze man waarschijnlijk ook: het is de blonde Adonis die Mara tegenhield in het bos. De groep vraagt William of hij ooit met mensen gesproken heeft die ook op het slagveld waren, en hem meer konden vertellen. Hij vertelt dat hij nooit echt op zoek is gegaan en dat hij ook niet echt behoefte had aan meer informatie. Sinds hij zijn magische gaven heeft ontdekt is hij echter een stuk nieuwsgieriger, en wil hij meer over zijn afkomst te weten komen. Mia heeft hem daar echter niet veel over verteld, en is heel terughoudend in wat ze wil vertellen. Ze was blij met iemand voor wie zij kon zorgen en die ook voor haar kon zorgen. William heeft het idee dat ze misschien wel meer zou kunnen vertellen, maar dat ze dat niet heeft gedaan omdat het haar wel goed uitkwam dat ze gezelschap had. Het enige wat zij hem heeft verteld is dat er een slag is geweest, en dat William een reddende engel was.
Na een aantal dagen reizen komt de groep rond zonsondergang langs een ruïne. Randal merkt op dat er licht vanuit de ruïne komt, alsof er een vuurtje brandt. Ook ziet hij gecamoufleerde tenten, en hoort hij een dier piepen en iemand iets in een onbekende taal snauwen. De groep besluit om dit verder te onderzoeken, en ziet een owlbear vastgebonden aan de buitenkant van de ruïne. Binnenin ziet Randal twee hobgoblins zitten, en de schaduw van een mogelijk veel groter wezen. Omdat Randal met getrokken zwaard richting de ingang van de ruïne loopt, escaleert de situatie al snel. Hoewel de hobgoblins lastig te raken zijn, gaan ze snel neer áls je ze raakt. Helaas blijken er in de tenten nog twee andere hobgoblins te zitten. Gelukkig is de groep trefzeker. De grotere schaduw blijkt van een ogre te zijn, die helaas ook niet alleen is. De ogres blijken heel makkelijk te raken, en de rust is snel weergekeerd. De groep ziet een owlbearwelp. Het is duidelijk dat dit het jong is van de owlbear die buiten is vastgebonden. De groep herenigt de moeder met haar jong. Coco heelt de moeder nog een beetje, waardoor ze niet heel agressief naar de groep toe is.
De groep blijkt te hebben gevochten met een bende stropers. Qirin zag tijdens het gevecht al aan hun kleding dat ze tot dezelfde groep stropers horen als waar zij voor gevlucht is. Ze vraagt zich wel af wat de ogres hier doen, want die liepen in Sylfaen niet rond. Waarschijnlijk is hun hulp echter ingeroepen om owlbears te vangen, want daar is brute kracht voor nodig. Na een korte zoektocht vindt de groep nog 24 goudstukken, twee tenten en twee goede camouflagedoeken. Ook neemt de groep de kleding van twee van de hobgoblins mee. Dat kan altijd handig zijn om bij de stropers uit Sylfaen te infiltreren.
Na ruim 10 dagen reizen komt de groep aan in Baile, een voorstad van Fort Gowell. Baile is een kleine havenstad (onder leiding van de havenmeester), waarvandaan het transport naar Regana vertrekt. Er loopt ook een spoorlijn langs de weg naar Fort Gowell. Daarop rijden karren die volliggen met stenen, edelmetalen etc. die op de schepen worden geladen. In de verte zie je de bergen oprijzen en zie je Fort Gowell liggen, dat tegen de bergen is opgebouwd. Er vliegen kleine zwarte puntjes door de lucht: mogelijk zijn dat Rocs, die hier worden getemd en gebruikt door wachters.
Baile heeft geen echte herbergen en dergelijke, maar er is wel een plek waar kamp opgeslagen kan worden. De groep besluit hier te overnachten. Qirin houdt als eerste de wacht, maar het lijkt een rustige nacht te zijn. Randal, die niet in de kar slaapt maar in één van de tenten, heeft ’s nachts rustige dromen. Op een gegeven moment verandert de droom in een ervaring waarvan je niet zeker weet of je droomt of wakker bent. Hij ziet een jonge vrouw naast zich staan; dat moet Fenna wel zijn! Ze legt een vinger voor zijn lippen om hem tot stilte te manen, en steekt vervolgens volkomen onverwacht een scherp voorwerp in zijn buik. Het mes verwondt Randal niet alleen, maar vergiftigt hem ook. De vrouw begint kakelend te lachen, en Randal realiseert zich dat het de hag moet zijn geweest die hem aanviel. Hij trekt zijn zwaard en weet haar één keer te raken, maar de hag knipt in haar vingers en verdwijnt.
Qirin en Renlan hebben Randal een kreet horen slaken. Ze wekken Coco en William (die niks hebben gehoord). William bewaakt de kar, maar Coco rent mee naar Randal. Zijn vergiftigde staat lijkt inmiddels erger te worden, en Randal is inmiddels behoorlijk in de war. Coco probeert hem wat te helen. De wond geneest wel, maar Randal blijft vergiftigd en in de war. Als Coco probeert te ontdekken waar Randal slachtoffer van is geworden komt ze er wel achter dat er een magisch gif is gebruikt, maar meer weet ze niet.